Libellum
Nieuws vanwege pers, belangenverenigingen, federaties, politiek, bedrijfswereld...
Libellum informeert u.
Test-Aankoop waarschuwt voor malafide spoedherstellers. Tarief: €2.400/uur ZO ERG IS HET
CHAUFFAGE LEKT: €318,5 zonder herstelling
SLEUTEL KWIJT: €380 voor 7 minuten werk én dreigement
Na een avondje uitgaan in het holst van de nacht een slotenmaker moeten bellen omdat je je sleutels verloor? “Da’s 400 euro, alstublieft.” Test-Aankoop trekt aan de alarmbel en waarschuwt voor malafide spoedherstellers. (artikel "Het Laatste Nieuws)
Label voor studentenkosten in Brussels gewest vanaf dit jaar.
Voorwaarden :
-
een verklaring op erewoord dat bevestigt dat de woning conform is met de voorschriften van de Brusselse Huisvestingscode;
-
een ondertekende huurovereenkomst die in overeenstemming is met de regelgeving over de studentenwoninghuurovereenkomst;
Als u de woning nog niet verhuurt, of als u de woning verhuurt maar niet met een studentenwoninghuurovereenkomst, volstaat een verklaring op erewoord dat de volgende verhuur wel met zo’n overeenkomst gebeurt. -
een geldig EPB-certificaat. Dankzij dit label wordt :
-
wordt de kwaliteit van uw studentenkamer erkend en is de student er op zijn beurt zeker van dat zijn kot veilig is;
-
wint uw goed aan zichtbaarheid bij de verhuring ervan via de website www.mykot.be;
-
kunt u bij huurgeschillen van de dienstverlening van erkende bemiddelaars genieten. info : label.dghi@gob.brussels
Metselaar blijft knelpuntberoep
VDAB kreeg afgelopen jaar de vraag naar 1600 metselaars.
Woningpas
Dit voorjaar wordt ook de woningpas gelanceerd. Het is een gratis digitaal paspoort dat alle informatie over een huis samenbrengt. U zal er info vinden over keuringen, attesten en gegevens uit het energieprestatiecertificaat (EPC) of de EPB-aangifte.
In Vlaanderen gaan we stilaan naar gebouwen die zo goed als energieneutraal moeten zijn. Voor bouwaanvragen vanaf 1 januari 2018 zijn daarom de eisen voor energieverbruik en binnenklimaat – de EPB-norm – alweer wat strenger dan voorheen. Onder die EPB-eisen vallen het E-peil, K-peil en S-peil.
Energielabel voor hout- en pelletkachels
Sinds 1 januari moeten hout- en pelletkachels een energielabel hebben. Net zoals koelkasten, wasmachines en verwarmingsketels mogen ze niet meer zonder verkocht worden. Dat komt door een Europese regeling die de labels nu ook verplicht voor lokale verwarming.
EPC+ wordt in januari 2019 gelanceerd
De opvolger van het bestaande energieprestatiecertificaat wordt visueel aantrekkelijker. Zo zal een label toegevoegd worden, gaande van A+ (zijnde een woning die meer energie produceert dan verbruikt) tot F (een zeer energieverslindende woning). Door het label toe te voegen, zal de potentiële koper of huurder nog sneller de energieprestatie van de woning of het appartement kunnen inschatten en zal hij deze gemakkelijker kunnen vergelijken met andere woningen en appartementen.
Daarnaast worden de aanbevelingen grondig uitgebreid, overzichtelijk weergegeven en aangevuld met een kostenindicatie. Dit zal de potentiële koper/huurder op een snelle en eenvoudige manier inzicht geven in wat er nog moet gebeuren om de woning energetisch in orde te maken om te voldoen aan de vooropgestelde 2050-BENOvatiedoelstellingen en een schatting van het kostenplaatje. Ook zal er technische informatie terug te vinden zijn op het nieuwe EPC.
Moet iedereen vanaf 2019 een nieuw energieprestatiecertificaat laten opstellen? Neen. Zolang er een geldig EPC is, hoeft er geen nieuwe opgemaakt worden. Het oude blijft sowieso 10 jaar geldig. Nieuw opgemaakte EPC’s zullen vanaf januari 2019 automatisch in de nieuwe vorm worden weergegeven
Worldline eerste drager van het BeCommerce B2B Label!
Om de online B2B-verkoop in België en in Europa te stimuleren, introduceert BeCommerce zijn B2B Label. Dankzij dit label kunnen B2B webshops zich profileren als transparante en stabiele handelspartners die voldoen aan de Belgische wetgeving.
BeCommerce mocht het allereerste BeCommerce B2B Label op 30 januari uitreiken aan Worldline, Europese marktleider wat betreft betaal- en transactiediensten. In augustus 2017 lanceerden zij hun eigen B2B-webshop (shop.be.worldline.com), die na een certificatieproces het nieuwe BeCommerce Label als eerste binnenhaalde.
Dit jaar werd tijdens de Garden Retail Experience in Nieuwegein officieel 'Fair Flora' gelanceerd, een nieuw bloemen- en plantenlabel dat transparantie biedt over de footprint van producten. Telers die hun footprint hebben laten berekenen kunnen hun producten desgewenst onder dit label gaan voeren. Acht kwekerijen voeren vanaf nu al het Fair Flora-label.
Private label kwaliteitsproducten, ofwel Value Added Private Labels (VAPL), zijn steeds belangrijker geworden binnen het huismerkenniveau van Europese retailers. Niet alleen zorgen ze voor betere marges en een betere klantenbinding. Ook kunnen retailers zich dankzij VAPLs onderscheiden van anderen en komen ze beter tegemoet aan de noden van consumenten. Dat blijkt uit een onderzoek van consultancybureau IPLC.
IPLC definieert een VAPL als volgt: een huismerk dat premium, organisch, free-from, ecologisch of lokaal is.
Kwaliteitslabel Quality Bars gelanceerd in de Overpoort
Met de start van het academiejaar lanceerde VAD (Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en Drugs) samen met de horecasector het Quality Bars-label. Dat is een kwaliteitslabel voor bars en uitgaanscafés die een veiligere, gezondere en dus plezantere uitgaanslocatie creëren. Het project draait momenteel proef in de nachtzaken van de Overpoort, de populaire Gentse studentenstraat. En met succes, want bij de helft van de Overpoortcafés hangt de Quality Bars-sticker al aan de deur. Hun barpersoneel volgde onze videotraining "Verantwoord Alcohol Schenken", een voorwaarde om het kwaliteitslabel te behalen
"Good Food Resto": het nieuwe label voor duurzaam voedsel
Leefmilieu Brussel heeft onlangs een aantal restaurants in Brussel gelanceerd en het label "Good Food Resto" toegekend.
Dit label heet "Good Food Resto" en is bedoeld om restaurants met een duurzame voedingsbenadering te promoten.
Dit label heeft een geldigheid van drie jaar en op drie verschillende niveaus: 1, 2 of 3 toques. Om dit label te verkrijgen, moet het restaurant voldoen aan een aantal criteria "Good Food" zoals gedefinieerd door Leefmilieu Brussel:
- Verse, lokale en seizoensgebonden gerechten voorstellen, geproduceerd met respect voor het milieu
- Alternatieven voor dierlijke eiwitten
- Vermindering van voedselverspilling
Met het label "Good Food Resto" wil Leefmilieu Brussel de waarde van het duurzame voedingsaanbod vergroten en restaurants gratis begeleiden, die deze drie criteria willen identificeren en inrichten binnen hun merk.
Streekgerechten hebben eigen label
Alle erkende Oost-Vlaamse streekproducten hebben het label ‘Lekker Oost-Vlaams’. De provincie telt in totaal 195 streekproducten, van confituren tot paardenmelk. ”‘Lekker Oost-Vlaams’ moet het platform worden dat aan de consumenten een totaal overzicht geeft van de Oost-Vlaamse lekkernijen”,
Alle info : www.lekkeroostvlaams.be
Wat is het Label 'Ecodynamische onderneming'?
Het Label Ecodynamische Onderneming beloont en moedigt bedrijven, verenigingen en Brusselse instellingen aan, die stappen ondernemen om de impact van de bedrijfsactiviteit op het leefmilieu te verkleinen. Het gaat om een officiële en gratis erkenning.
Het Label valoriseert het ecobeheer en dat met name op het vlak van afvalbeheer en -preventie, rationeel energiegebruik, mobiliteitsbeheer bij werknemers, enz. De geleverde inspanningen worden symbolisch weergegeven in de vorm van een trap met drie treden, goed voor een, twee of drie sterren. Het Label werd in mei 1999 gelanceerd en werd in februari 2018 grondig herzien. Het wordt gecoördineerd door de gewestelijke overheidsdienst Leefmilieu Brussel.
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) voert de nutri-score in. Dat is een voedingslabel dat aangeeft in welke mate een product bijdraagt tot een evenwichtige voeding. “Zo maken we het de mensen makkelijk om voor een gezonde voeding te kiezen”, zegt De Block. Het gaat wel om een vrijwillig initiatief. Producenten of verdelers worden met andere woorden niet verplicht het label te gebruiken. Aan de invoering ging volgens de minister een lange overlegronde vooraf met de consumentenorganisaties, experten inzake voeding, de voedingsindustrie en de verdelers. De Block kiest voor de nutri-score omdat die bij een test in Frankrijk een grotere impact bleek te hebben op het koopgedrag dan andere systemen. Ook is het een eenvoudig systeem waarmee de consument in één oogopslag een globale score van het product kan zien. Of de voedingsbedrijven er gelukkig mee zijn, is een andere zaak. Test-Aankoop is tevreden, Colruyt en Delhaize stappen erin mee, maar de voedingssector zelf is sceptisch. "De meeste producenten zullen het label niet gebruiken."
Nieuwe milieumaatregelen :
Geen aardgasleidingen in nieuwe verkavelingen. Ter vervanging warmtepompen, ook zou aardgas in de toekomst moeten verdwijnen. Geen stookolieketels meer. (in voege 2021) Kabinet Tommelein: “Wie een woning koopt, erft of krijgt moet binnen de vijf jaar voldoen aan drie van de zes energiemaatregelen. Het gaat om dak-, muur- of vloerisolatie. Super isolerend glas, een condensatieketel van maximaal 15 jaar oud en/of een hernieuwbare energieboiler.”
Odisee reikt 1000ste certificaat uit in de koeltechniek.
Aan hogeschool Odisee in Aalst kunnen koeltechnici na het afleggen van examens in het bezit komen van een 'certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek'. Dit certificaat is een bewijs dat men op een milieuvriendelijke manier met koelmiddelen kan omgaan. In 2008 werkt de hogeschool erkend als exameninstelling en op 2 juli werd het 1000ste certificaat uitgereikt aan Steven Schoonians een zelfstandig installateur centrale verwarming uit Borchtlombeek.
Certificeringsverplichting door de Vlaamse overheid
Om de uitstoot van koelmiddelen te beperken voerde de Vlaamse overheid in 2006 een certificeringsverplichting in voor bedrijven die werkzaamheden aan koelinstallaties met een ‘nominale koelmiddelinhoud’ van 3 kg of meer uitvoeren
Geneeskunde en tandheelkunde : Op 3 en 4 juli 2018 trokken 6.233 kandidaten naar Brussels Expo voor de toelatingsexamens voor de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde, 5.165 voor arts en 1.068 voor tandarts.Van de deelnemers voor het ingangsexamen arts zijn er 1.154 geslaagd, of 22,4 procent. Dat wil zeggen dat ze zowel voor het onderdeel ‘Kennis en inzicht in de wetenschappen’ (KIW), als voor ‘Generieke competenties’ (GC) meer dan de helft van de punten behaald hebben. 1.126 daarvan zitten bij de ‘gunstig gerangschikten’ en mogen dus aan de opleiding beginnen. Bij de kandidaten voor het ingangsexamen tandarts was 24,3 procent van de 1.068 deelnemers geslaagd, wat neerkomt op 260 kandidaten.
Logopedie : volgens FOD gezondheid zouden er veel te veel zijn. Maggie de Block denkt na over een toegangsexamen of beperking van opleidingscentra. In twee jaar tijd gaat het om een stijging met meer dan tien procent tot 15.758. Met als gevolg dat sommigen heel weinig patiënten zien. Een kwart houdt per jaar gemiddeld 258 sessies, ongeveer één per werkdag.
Update – wijziging afschaffingsdatum – 01/09/2018
Normaal gezien ging het attest bedrijfsbeheer pas afgeschaft worden vanaf 1 september 2019. Op een ministerraad van 2 februari 2018 werd onlangs beslist om de vereiste voor het attest bedrijfsbeheer een jaar vroeger af te schaffen, vanaf 1 september 2018 zal je dus geen attest bedrijfsbeheer meer nodig hebben.
Op deze site vindt u alle informatie rond de nieuwe wet rond bijklussen. Deze treedt in voege vanaf 15 juli 2018.
Wie in zijn vrije tijd tegen betaling klusjes doet, mag tot 6.000 euro per kalenderjaar bijverdienen zonder er belastingen of sociale bijdragen op te hoeven betalen. Het moet gaan om verenigingswerk, diensten van burger aan burger of activiteiten in de deeleconomie. De inkomsten uit verenigingswerk en uit diensten aan burgers mogen samen niet meer dan 500 euro per maand bedragen.
Deze mogelijkheid bestaat voor:
-
werknemers die minstens 4/5 werken,
-
zelfstandigen in hoofdberoep, en
-
gepensioneerden.
Op 4 juli 2018 hebben 1300 studenten deelgenomen aan een ijkingstoets voor
de studie burgerlijk ingenieur (-architect) aan de KU Leuven. Dit is een verhoging van 85%. Sinds dit jaar is de test verplicht.
Na afschaffing vestigings attest wordt attest kennis inzake bedrijfsbeheer ook afgeschaft.
Wie een eigen zaak of onderneming wil starten, heeft daar vanaf 1 september 2019 niet langer een attest bedrijfsbeheer voor nodig. Dat heeft de Vlaamse regering beslist op de laatste ministerraad voor de zomervakantie. n als ondernemer, in welke sector dan ook.Over twee jaar, vanaf schooljaar 2019-2020, hebben kersverse ondernemers dat attest niet langer nodig om hun zaak te starten. Vlaams minister van Economie Philippe Muyters (N-VA) hoopt dat de maatregel de drempel om te ondernemen zal verlagen. De afschaffing van beroepskennis zal in voege gaan vanaf 1 januari 2018 en de vereiste voor het attest bedrijfsbeheer is vooropgesteld om te verdwijnen vanaf1 september 2019. Ook dit heeft te maken met de Europese regelgeving, liberalisering van de markt en vrije concurrentie.
Wil u ook op de hoogte blijven van de laatste wetgeving? Wenst U ook onze kwaliteitslabel te ontvangen die uw beroepsbekwaamheid aantoont. Word lid. Voor info Vincent_minne@hotmail.com.

“AFSCHAFFING VESTIGINGSWET IS GOED VOOR CONSUMENT”
17 maart 2017 Op aandringen van Open Vld keurde de Vlaamse regering een visienota goed die de vestigingswet grotendeels afschaft. Daniëlle Vanwesenbeeck is tevreden.
De Vlaamse Regering heeft vandaag tijdens de ministerraad een visienota goedgekeurd die de vestigingswet grotendeels afschaft. Vlaams Volksvertegenwoordiger Daniëlle Vanwesenbeeck is tevreden: “Open Vld heeft er steeds voor gepleit om de vestigingswet zoveel mogelijk af te schaffen. Het is goed dat de minister nu ook voor deze weg kiest.”
Afschaffing vestigingswet is een feit
Weinig regelgeving was zo omstreden als de vestigingswet. Maar de kogel is door de kerk: vanaf 1 januari 2018 geldt de vestigingswet in Vlaanderen niet langer voor gereglementeerde beroepen. Xerius licht de beslissing van de Vlaamse regering even toe.
Voorbijgestreefd
Het parlement beviel van de vestigingswet in 1958 – zestig jaar geleden dus. Volgens voorstanders van afschaffing lag er behoorlijk wat stof op de doelstellingen, en belemmerde het gebod de ontwikkeling van nieuwe ondernemingsvormen zoals de deeleconomie, e-diensten en pop-ups. Daarom schafte de Vlaamse Regering vanaf 1 januari 2018 de vestigingswet af.
De afschaffing geldt enkel voor Vlaanderen en voor alle gereglementeerde beroepen, met uitzondering van de bouwsector. Dat zijn de volgende beroepen:
Slager-groothandelaar; droogkuiser-verver; restaurateur/traiteur-banketaannemer; brood- en banketbakker; kapper; schoonheidsspecialist; masseur; voetverzorging; opticien; dentaaltechnicus; begrafenisondernemer; beenhouwer-spekslager, en de gereglementeerde activiteiten met betrekking tot fietsen en motorvoertuigen.
Garanties van de sector
Hoe wordt de kwaliteit voor de consument dan verzekerd na de afschaffing van de vestigingswet? Volgens Philippe Muyters ligt die garantie al deels in andere wetten, bijvoorbeeld over kwaliteit, milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid. Daarnaast rekent de bevoegde minister op de sectorfederaties om labels, opleidingen en programma’s uit te werken. Die aanpak biedt ook een kwaliteitsgarantie op lange termijn, en niet louter bij de opstart van het bedrijf – wat wel het geval was met de vestigingswet.
Afschaffing van de vestigingswet: Is dit wel een goede zaak?! Belgische Beautyfederatie reageert.
Enerzijds zou je kunnen stellen dat met het wegvallen van de vestigingswet, er ook een bepaalde kwaliteitsborging van overheidswege wegvalt. Anderzijds moeten we wel ook durven erkennen dat deze kwaliteitsborging an sich weinig voorstelde én vaker een probleem vormde dan dat een oplossing bood. Enkele praktische voorbeelden om te illustreren hoe contra-productief de wetgeving was:
-
Visagisten vielen onder de vestigingswet “Schoonheidsspecialist(e)”. Dit betekende dat men verplicht was om een volledig opleidingstraject te doorlopen waar men totaal geen voeling mee had. Dit leidde tot een absurde situatie waarbij een visagiste o.a. moest leren ontharen en pedicures uitvoeren, om haar hoofdberoep uiteindelijk nog maar te mogen uitoefenen.
-
Onduidelijkheid rond huidverbetering. Hoe ver mag een schoonheidsspecialist gaan in het behandelen van de huid? Waar stopt de verantwoordelijkheid van de schoonheidsspecialist en waar start die van de dermatoloog? Er is een totaal gebrek aan duidelijkheid binnen de wetgeving. Zogenaamde huidexperten werken al jaren genoodzaakt in een grijze zone in België en dit is onaanvaardbaar. De vestigingswet kwam in haar beroepsomschrijving te kort om deze activiteiten op te nemen.
-
Gebrek aan een afgelijnd kader tussen een pedicure en medisch pedicure. De structuur van de huidige wetgeving stelt zelfs dat pedicure louter een segment is dat onderschikt is aan het beroep “Schoonheidsspecialist(e)”. En dat terwijl voetverzorging maar een beperkt onderdeel vormt van het leerplan schoonheidsverzorging. Een totale miskenning van het beroep Pedicure dus!
-
De vestigingswet heeft nooit kunnen verhinderen dat zwartwerk en illegale tewerkstelling ook onze sector voet aan de grond heeft gekregen. Eén van haar aanvankelijke doelstellingen!
-
Sedert 2016 zitten we in een situatie waarbij buitenlanders vrijgesteld werden van de vestigingswet, terwijl Belgen er wel aan moesten voldoen. Dit was discriminatie ten top!
Wat nu?
Wetgevingen moeten in de eerste plaats dynamisch zijn en zich regelmatig aanpassen aan de noden van de sector. Dit was al jaren niet meer het geval. In dat opzicht is de afschaffing van de wetgeving wat ons betreft een kans die we moeten aangrijpen om onze sector zelf te reguleren, op een hoger niveau te tillen en te zorgen voor een nieuw en breedgedragen kwalificatiesysteem. Gelukkig komt de afschaffing voor ons niet uit de lucht gevallen en is het nieuwe kwalificatiesysteem een project waaraan wij al maanden zijn aan het sleutelen onder impuls van het Vlaamse Agentschap voor Innovatie en Ondernemen (VLAIO). Na heel wat informele gesprekken te hebben gevoerd met professionals uit verschillende deelsegmenten van de sector, opleidingscentra en onze collega’s in het buitenland. Kortelings zal het nieuw kwalificatiesysteem gepubliceerd worden. Wij kijken alvast uit naar jullie feedback!
Wat gaat het effect zijn op mijn zaak?
Wij verwachten relatief weinig effect op macro-economisch vlak voor de bestaande salons. Nederland heeft hetzelfde meegemaakt in 2006 en er was destijds enkel sprake van een kortstondige opflakkering van het aantal professionals. Onze verwachting is dat de aangroei van klassieke schoonheidssalons zelfs zal afnemen, maar in de plaats verwachten wij wel een aanzienlijke toename van gespecialiseerde zaken (brow bars, make-up booths, wax salons, …). Ook verwachten wij meer overlappingen tussen de verschillende beroepen. Een visagiste zal nu in principe ook een knipbeurt mogen verzorgen en niets staat een kapper in de weg om ook een manicure aan te bieden. Maar of ze hiervoor ook gekwalificeerd zijn is nog maar de vraag! Er ligt nu een belangrijke taak weggelegd voor de beroepsverenigingen om na de afschaffing van de vestigingswet het kaf van het koren te scheiden binnen de sector en te zorgen voor sensibilisering bij de consument. Ons draaiboek hiervoor ligt alvast klaar!
Afschaffing vestigingswet: (nog) niet voor elektro
24-03-2017
De Vlaamse regering heeft op vrijdag 17 maart 2017 de principiële beslissing genomen om de vereiste beroepsbekwaamheden op te heffen voor een aantal gereglementeerde beroepen. Voor de bouw, elektrotechniek en aanverwante beroepen is een afschaffing van de vestigingswetgeving (vooralsnog) niet aan de orde!
Nelectra heeft samen met enkele andere sectorfederaties kunnen bekomen dat de vestigingsreglementering voor deze beroepen eerst grondig wordt geëvalueerd.
Wat als zomaar iedereen in de bouw kan beginnen?
7 april 2017 Geschreven door Vincent Costens
Met de toekomstige afschaffing van de vestigingsvoorwaarden, zal het niet meer noodzakelijk zijn om een diploma voor te leggen indien u een bepaald beroep wilt uitoefenen.
Neem nu als voorbeeld: U droomt van bakker te worden maar hebt geen diploma omtrent de technieken van de bakkerij kunst. Dan zal u binnenkort (anno 2018) de mogelijkheid hebben om zelfstandig een bakkerij te starten zonder een diploma of bewijs van vakkennis. Dit zou mogelijk voor kwaliteitsverlies kunnen zorgen bij de producten of service van bepaalde ondernemingen of sectoren.
Niet meer via het ondernemingsloket
Vroeger diende men een diploma voor te leggen aan het ondernemingsloket om aan te tonen dat je bekwaam was voor het zelfstandig uitoefenen van het beroep. Nu zal je dit diploma niet meer moeten voorleggen aan het loket.
Echter zal men nu per sector gecontroleerd worden op kwaliteit en service door sectorgerichte instanties. Bijvoorbeeld: Als men zelfstandig een restaurant wil openen, zal men nu strenger en via andere technieken gecontroleerd worden door zeg nu, de FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen). Wat vroeger het werk zou zijn van het ondernemingsloket.
Nut van jouw diploma?
Wat wordt het nut van jouw beroepsgericht diploma? De toegevoegde waarde hiervan zal naar loop van tijd verdwijnen, al kan je het wel nog opnemen in je onderneming. Anderzijds krijg je waarschijnlijk vanaf de afschaffing wel voordelenindien je zelfstandig enkele gerichte opleidingen hebt gevolgd om je bekwaamheid aan te tonen. Maar hieromtrent zijn nog geen vaste afspraken gemaakt binnen de overheid.
Wat met schijnzelfstandigen?
Ergens zet men de deur open naar schijnzelfstandigen, want het wordt makkelijker om zelfstandig te worden, maar de controles op jouw bedrijf zullen frequenter doorgevoerd worden en zoals reeds aangegeven, sectorgericht.
Verder geeft het ondernemingsloket aan dat het vooral nog afwachten is op extra informatie en bepaalde uitspraken.
Wat als dit naar de bouwsector overwaait?
Marc Dillen, Algemeen Directeur Vlaamse Confederatie Bouw, neemt ons even mee naar de toekomst:
“De vestigingswetgeving is van groot belang, voor heel België. Dat deze afschaffing van de vestigingsvoorwaarden gescheiden blijft van sectoren zoals de bouw is met gegronde reden Deze wet blijft dus zeker nog behouden voor de bouwsector.”
Marc, waarom is dit met gegronde reden?
“Dit omwille van het feit dat de bedragen van service of producten ook veel hoger liggen in de bouw dan de sectoren waar de vestigingswetten zijn afgeschaft. Zo kan men enkel de kwaliteit garanderen voor de consument.”
Maar wat als dit ooit toch naar de bouwsector overwaait? Wat zijn de gevolgen?
-
Minder bescherming voor consument
-
Minder kwaliteit voor consument
-
Geen bescherming tegen zichzelf (zelfstandige)
-
Amper bescherming tegen schijnzelfstandigen
“Minimale opleiding en controle in bouw is zeker nodig. Het zal de reputatie en imago van de bouwsector niet ten goede komen indien kwaliteit en bescherming zou wegvallen.”
Voor de bouw kan een afschaffing enkel als een evenwaardig betaalbaar en toegankelijk alternatief op punt staat dat bescherming biedt voor consument en voor wie een bouwbedrijf wil starten. Kandidaat-bouwers en -verbouwers zoeken voor hun project uitdrukkelijk naar garanties op het vlak van kwaliteit.
Vestigingswetgeving: “Kind niet met badwater weggooien”
17 mrt 2017
Ondernemersorganisatie UNIZO begrijpt dat de vestigingswetgeving in zijn huidige vorm niet houdbaar is, maar waarschuwt tegelijk. “We mogen het kind niet met het badwater weggooien”, zegt UNIZO-topman Karel Van Eetvelt.
Wanneer ondernemers uit lidstaten van de Europese Unie zich in Vlaanderen willen vestigen, mag Vlaanderen ze door Europese regelgeving niet dezelfde strenge voorwaarden opleggen als Belgische ondernemers. De regels waren dus strenger voor Belgische ondernemers dan voor hun Europese collega’s. Ondernemersorganisatie UNIZO toont begrip voor het voorstel om te sleutelen aan de vestigingswetgeving, maar waarschuwt dat het niet om een afschaffing zonder meer mag gaan. “Het kan niet de bedoeling zijn om volledig te vertrouwen op de marktwerking. Het verleden heeft geleerd dat dit vaak leidt tot mistoestanden. Er is dus een alternatief nodig, want een goede vorming blijft belangrijk om een zogenaamd gelijk speelveld te creëren. Slecht opgeleide, onervaren zelfstandigen zomaar op de markt toelaten creëert frustratie bij consumenten en oneerlijke concurrentie bij andere ondernemers”, aldus UNIZO.
De hervorming van de vestigingswetgeving mag geen eindpunt zijn. Daarom dringt UNIZO er bij de minister op aan om, samen met de betrokken sectoren, goede alternatieven te bespreken die garanderen dat zelfstandigen goed gevormd op de markt komen. Dit moet er ook voor zorgen dat er goede kwaliteit aan de consumenten kan gegarandeerd worden. Anderzijds blijft UNIZO aandringen de oneerlijke concurrentie door ondernemers uit andere EU-lidstaten door lagere loon- en fiscale lasten verder aan te pakken.
“We pleiten voor een snelle duidelijkheid omtrent de inwerkintreding, zodat er voldoende voorbereidingen kunnen worden getroffen om ondernemers te informeren”, besluit UNIZO.
ONENIGHEID OVER AFSCHAFFING VESTIGINGSWET IN DE BEAUTYSECTOR
EDITH VERVLIET 21 MAART 2017
Voor de beautysector zaten de erkende beroepsvereniging BESKO vzw met zetel in Berchem, die al 35 jaar de belangen van de sector verdedigt en rond de 700 leden telt, en BFMS vzw, de vereniging van masseurs die onlangs van naam is veranderd aan tafel. Het persbericht vermeldt dat de beautysector – bij monde van BFMS-voorzitter Mario Blokken – verheugd is met het voorstel tot afschaffing.
John Boeckx, voorzitter BESKO, spreekt dit ten stelligste tegen.
“Ik kan bevestigen dat bij het overleg BESKO duidelijk heeft verwoord aan de afgevaardigde van de minister dat onze beroepsvereniging helemaal niet akkoord gaat. Het is unfair een kleine groep (BFMS vzw) te laten spreken in naam van een sector die zij officieel niet vertegenwoordigen. De Vereniging van Masseurs heeft op eigen initiatief de nieuwe vereniging BFMS opgericht en zich geschikt naar het voorstel van de Minister”, zegt John Boeckx.
“BESKO is bevreesd dat voortaan mensen die wel degelijk een opleiding in schoonheidszorgen volgden nu in de verdrukking komen door niet of slecht geschoolden die zich toch kunnen vestigen met slechts een minimale voorbereiding. De beautysector vereist wel enige kennis van fysiologie, anatomie, cosmetische scheikunde, fysica, cosmetica, het gebruik van cosmetische apparatuur enz…en voldoende oefening van beroepspraktijk om het beroep plichtbewust, klantvriendelijk en veilig uit te oefenen. Kwaliteit is gebonden aan studie en oefening”, benadrukt Boeckx
Vestigingswet afschaffen? En wat dan met de bescherming van de consument? Bouwunie pleit voor aanpassing vestigingswet, geen afschaffing
16/01/2017
Sinds de Europese richtlijn van kracht is die bepaalt dat wie in het ene Europese land een gereglementeerd beroep mag uitoefenen, dat ook moet kunnen in een ander Europees land, gaan meer en meer stemmen op om onze vestigingswet af te schaffen. “Het is toch al te gek dat we aan Vlaamse ondernemers strengere voorwaarden opleggen dan aan hun buitenlandse concurrenten”, zo luidt de redening. Het afschaffen van de vestigingswet mag dan al deze discriminatie wegwerken, het maakt meteen ook komaf met de positieve effecten van een vestigingsregelgeving. En die zijn toch ook niet min.
Het doel van onze vestigingsregelgeving is dubbel. Ze moet de consument beschermen tegen charlatans, mensen die zonder enige kennis van zaken en vakmanschap het avontuur aangaan om als zelfstandige activiteiten uit te oefenen, met reëel risico op schade en verlies voor de consument. Anderzijds moet ze nieuwe ondernemers meer kans op succes geven. Deze twee doelstellingen zijn nog altijd actueel.
De vestigingsregelgeving is trouwens een minimale instapdrempel, die vandaag bijzonder gemakkelijk te bewijzen valt. Zo is er de dubbele toegangsmogelijkheid: ofwel het passende diploma, ofwel de nuttige beroepservaring. Voor starters die dan nog niet voldoen inzake bewijs maar hun activiteiten degelijk kennen, is er het vangnet van de “centrale examencommissie”. Samengevat: iemand met deze minimum kennis als bagage, kan vandaag perfect starten op de Belgische/Vlaamse markt.
Een ander belangrijk tegenargument voor het afschaffen van de vestigingswet: er is vandaag voor de consument geen waardevol, betaalbaar en afdwingbaar alternatief. Labels, keurmerken enz. geven geen sluitende garantie op kwaliteitsvol werk én ze zijn duur. Private labels geven ook geen juridische stok achter de deur, zoals de vestigingswet met de sanctie van absolute nietigheid van een overeenkomst.
Bouwunie is dus zeker geen voorstander van een afschaffing van de vestigingswet in de bouw waar voor heel wat beroepen een minimum aan beroepskennis absoluut noodzakelijk is. Bereidheid om de regelgeving aan te passen, is er wel. Bij deze hervorming moeten de twee oorspronkelijk doelstellingen (bescherming consument en succesvolle start voor nieuwe ondernemers) overeind blijven.
Bouwunie betreurt dat onder Europese druk de vestigingswetgeving blijkbaar herleid dreigt te worden tot een formaliteit. Onze vestigingswetgeving heeft niets te maken met het afschermen van de grenzen, maar met het bieden van een minimum aan zekerheid aan de consument.
Coiffure.org toont begrip voor het voorstel om de vestigingswetgeving af te schaffen, maar waarschuwt: een alternatief is absoluut noodzakelijk voor onze kappers!
Wanneer ondernemers uit lidstaten van de Europese Unie zich in Vlaanderen willen vestigen, mag Vlaanderen ze door Europese regelgeving niet dezelfde strenge voorwaarden opleggen als Belgische ondernemers. De regels waren dus strenger voor Belgische ondernemers. “Het kan niet de bedoeling zijn om volledig te vertrouwen op de marktwerking. Het verleden heeft geleerd dat dit vaak leidt tot mistoestanden. Er is dus een alternatief nodig, want een goede vorming blijft belangrijk om een zogenaamd level playing field te creëren."
De afschaffing van de vestigingswetgeving mag geen eindpunt zijn. Enerzijds kan aan een alternatief gedacht worden dat sectorspecifiek is en waarbij bekeken wordt op welke manier de nodige kwaliteit kan worden verzekerd. Anderzijds moeten ook nog andere obstakels uit de weg geruimd worden die oneerlijke concurrentie veroorzaken!
‘Slecht opgeleide, onervaren zelfstandigen zomaar op de markt toelaten creëert frustratie bij consumenten en oneerlijke concurrentie bij andere kapper-ondernemers'.
‘Ook glasbranche ondervindt hinder afschaffing vestigingswet’ (Nederland)
3 november 2014 |
Niet alleen de installatiesector ondervindt hinder van de afschaffing van de vestigingswet, in de glasbranche staat de kwaliteit van het werk eveneens onder druk met mogelijk (letsel)schade tot gevolg. Dat is de mening van Willy Swinkels, voorzitter van Koninklijke OnderhoudNL Glas, die reageert op de berichten over slachtoffers van koolmonoxidevergiftiging naar aanleiding van ondeugdelijk installatiewerk.
Swinkels in een ingezonden brief aan Glas in Beeld: ‘Doordat een ieder zich heden ten dagen glaszetter kan noemen als hij een bezoek heeft gebracht aan de Kamer van Koophandel is het bergafwaarts gegaan met de kwaliteit van het uitgevoerde en geleverde werk. Een vakman ben je niet zomaar, daar moet je iets voor geleerd hebben en dit moet het liefst getoetst worden door een onafhankelijk derde partij. Pas dan kun je jezelf met recht glaszetter noemen. Als je chirurg wilt worden, dokter of tandarts gaat hier een studie aan vooraf, waarom dan niet bij vakgebieden waar ook direct mensenlevens in het spel zijn?’
‘Bij de ziekenhuizen’, vervolgt Swinkels, ‘komen per jaar vele patiënten binnen die een ongeluk hebben gehad veroorzaakt door glas. In veel gevallen zou dit ongeluk te voorkomen zijn geweest als de glaszetter goed geweten had welk glas toegepast had moeten worden. Dit geldt ook voor gevelpanelen die door een zogenaamd glaszetter aangebracht zijn. Bij een beetje storm waaien de glazen panelen zo van de gevel. Ook vallen mensen door glas terwijl dit voorkomen had kunnen worden als het juiste veiligheidsglas was toegepast. Over brandvertragend glas nog maar niet te spreken. Brandvertragend glas kent vele toepassingsgebieden waar menig zichzelf noemende vakman geen kennis van heeft.’
‘Het afschaffen van de vestigingswet heeft dit land niet veel goeds gebracht’, concludeert Swinkels dan ook. ‘Het komt de kwaliteit van het geleverde werk niet ten goede. Bovendien zorgt het afschaffen van de vestigingswet ervoor dat marktbescherming compleet weggevallen is. Dit hebben ze in andere landen zoals Duitsland waar de vestigingswet nog wel van toepassing is beter begrepen, zodat het daar nog wel belangrijk is dat de vakman Meester is’, aldus Swinkels.
OnderhoudNL Glas beschikt over de Erkenningsregeling Glas voor het certificeren van AF Erkend glaszetbedrijven, terwijl de Glas Branche Organisatie haar leden en de medewerkers daarvan heeft gecertificeerd met het GBO Vakcertificaat.
Door Philippe Muyters op 17 maart 2017.
Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport.
De Vlaamse Regering heeft besloten om de huidige vestigingswetgeving af te schaffen. Die houdt in dat bepaalde beroepen enkel uitgeoefend mogen worden wanneer bewijs wordt geleverd van beroepsbekwaamheid. Dat is in tegenstrijd met Europese regelgeving die stelt dat elke Europeaan op een gelijke basis een onderneming moet kunnen starten in elke lidstaat. Om voldoende kwaliteit te garanderen voor de klant zullen de sectorfederaties alternatieven uitwerken, zoals bijvoorbeeld labels en opleidingen.
Volgens de vestigingswet moet elke ondernemer een aantal ondernemersvaardigheden bewijzen. Voor een hele reeks ‘gereglementeerde beroepen’ gaat dat niet enkel over een attest bedrijfsbeheer, maar ook over specifieke beroepsbekwaamheden. Europese regelgeving stelt echter dat elke Europeaan in elke lidstaat op een gelijke manier toegang moet hebben tot beroepen.
Nu Vlaanderen sinds de 6de Staatshervorming bevoegd werd voor deze regelgeving, kaartte Vlaams minister van Economie Philippe Muyters de problematiek aan bij de verschillende sectorfederaties: “Een ondernemer moet kunnen ondernemen zonder daarbij gehinderd te worden door allerlei barrières. Bovendien zorgde de Europese wetgeving ervoor dat wij met onze eigen wetten meer voorwaarden oplegden voor onze eigen ondernemers dan voor buitenlandse ondernemingen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Daarom stelde ik aan de sectorfederaties voor om die voorwaarden te schrappen en de kwaliteit van de dienstverlening via andere wegen te garanderen. Tot mijn grote tevredenheid stappen al heel wat federaties mee in dat voorstel en loopt het gesprek met de overige, voornamelijk in de bouw.”
Nu wordt de wetgeving al herzien voor een eerste reeks beroepen: slager-groothandelaar, droogkuiser-verver, restaurateur of traiteur-banketaannemer, brood- en banketbakker, kapper, schoonheidsspecialist, masseur, voetverzorger, opticien, dentaaltechnicus, begrafenisondernemer, beenhouwer-spekslager en garagisten, koetswerkers en fietsenmakers. Het is de bedoeling om dat door te trekken naar alle ambachtelijke beroepen en zo de weg vrij te maken voor een bruisend ondernemersklimaat.
De vestigingswet: log, discriminerend en niet van deze tijd
In de analyse van de vestigingswet, die samen met de verschillende beroepsfederaties uitgevoerd werd, kwamen drie grote problemen naar voren:
1. De wet is niet verenigbaar met een Europese richtlijn, die stelt dat Europeanen hun beroep vrij moeten kunnen uitoefenen in andere lidstaten. Als een ondernemer toestemming heeft om zijn beroep uit te oefenen in ‘zijn’ land, dan moet hij dat op dezelfde basis óók kunnen in een andere lidstaat. Door voorwaarden op te leggen in onze eigen wetgeving, eisten we dus meer van Vlaamse ondernemingen dan wat we kunnen eisen van buitenlandse ondernemers.
2. Uit de doorlichting bleek ook dat er naast de vestigingswet ook andere, meer algemene regelgeving van toepassing is op de desbetreffende beroepen. Het gaat bijvoorbeeld over volksgezondheid, voedselveiligheid, kwaliteit en milieu… De kwaliteit van de dienstverlening wordt dus al gewaarborgd door andere wetten, zoals bijvoorbeeld de broodwetgeving, de warenwetgeving of de wetgeving voor begraafplaatsen, elk met hun eigen controleorganen. Aparte voorwaarden opleggen in een aparte vestigingswetgeving is met andere woorden overbodig.
3. De huidige vestigingswetgeving is gedateerd en biedt geen kader voor ‘nieuwere’ ondernemingsvormen zoals de deeleconomie, e-diensten en pop-ups. De wet zet een rem op nieuw ondernemerschap en bewaakt ook enkel een (kwaliteits-)voorwaarde bij de start van de onderneming. De wet verzekert dus geen kwaliteit op langere termijn.
Het alternatief: de sector centraal
Een van de oorspronkelijke doelen van de wet was om de consumenten te garanderen dat ze voldoende kwaliteit zouden krijgen, maar zoals bleek uit de evaluatie schiet de wet op dat vlak haar doel voorbij. Vlaams minister Muyters: “Het grootste deel kwaliteitsgaranties worden sowieso gevat in regelgeving rond bijvoorbeeld milieu, voedselveiligheid of gezondheid. Dat blijft bewaard én gecontroleerd door de bevoegde diensten. Bijkomende van bovenaf opgelegde wetten zijn niet nodig. Maar ik begrijp ook de zorg van de sectorfederaties dat de openstelling van de markt niet mag leiden tot een verminderde kwaliteit voor de klant. Daarom heb ik hen voorgesteld om op zoek te gaan naar alternatieven, waardoor ze kunnen aangeven dat een bepaalde onderneming kwaliteit biedt. Bovendien moet de kwaliteit niet alleen bij de start van de onderneming gegarandeerd zijn, maar ook op langere termijn. Daarvoor zullen we met de sectorfederaties programma’s ontwikkelen om hun leden bij te scholen en te ondersteunen in de ontwikkeling van het bedrijf.”
Die maatregelen kunnen dus van sector tot sector verschillen, kwaliteitslabels als ‘Keurslager’ of ‘Warme Bakker’ hebben bijvoorbeeld ook een onderscheidende werking. Nieuwe, van bovenaf opgelegde wetten of voorstellen zijn niet wenselijk. Het zijn immers de sectoren zelf die het best een antwoord kunnen bieden op de bedreigingen, opportuniteiten en evoluties in de markt. Daarnaast blijven de bestaande beleidsinstrumenten (zoals de laagdrempelige kmo-portefeuille of de initiatieven in samenwerking met partners zoals Unizo en Voka), ter beschikking van de ondernemers.
Ondernemers reageren positief
Uit ondernemershoek klinkt steun voor het afschaffen van de vestigingswet. ‘Dat was hoog tijd’, is de globale reactie. Ondanks dat Horeca Vlaanderen een verdediger was van de vestigingswet, begrijpt Danny Van Assche, afgevaardigd bestuurder van Horeca Vlaanderen, dat de stap gezet moet worden: “Wetende dat de bestaande vestigingswet eigenlijk een kaas met gaten was geworden en dat andere Europeanen er aan vrijgesteld worden, is de beste oplossing om deze vestigingswet niet langer te behouden. We steunen dus het besluit van Vlaams minister Muyters om de vestigingswet in Vlaanderen af te schaffen.” Het bewaken van de kwaliteit in de horeca blijft echter een prioriteit, benadrukt Van Assche. “Nu de oude vestigingswet niet meer bestaat, is het tijd dat we een moderner en breder instrument ontwikkelen dat bij de tijd is en dat de brede sector kan bedienen, en niet alleen de restaurants”, stelt hij. Horeca Vlaanderen zal een kwaliteitsbeleid binnen de horeca ontwikkelen dat de doelstellingen van de oude vestigingswet nastreeft. Kennis van de culinaire traditie, voedselveiligheid, gezondheid en van ondernemerschap zullen in dit nieuwe systeem terugkeren.
Ook Traxio, de federatie van de rijwielen- en motorvoertuigensector, streeft ernaar verdere professionalisering van hun sector te garanderen door het certificeringsproces aan te passen aan de noden van vandaag. “De accenten zullen gelegd worden op duurzaam ondernemerschap, met bijzondere aandacht voor kennis, expertise en klanttevredenheid”, aldus Philippe Decrock, woordvoerder bij Traxio. Ook heeft de federatie onlangs een eigen label gelanceerd. “We willen duurzaam ondernemerschap stimuleren door ons ‘Long Life Repair’-label. In de loop van dit jaar zal dit verder worden uitgerold onder de andere branches van de mobiliteitssector”.
Ook de beautysector (BFMS vzw) is verheugd met het voorstel tot afschaffing. Mario Blokken, voorzitter BFMS: “De oneerlijke concurrentie tussen de Vlaamse en de Europese ondernemer die zich in Vlaanderen wil vestigen wordt hiermee opgeheven. De sectoren die onderhevig zijn aan snelle technologische evoluties en technieken krijgen voortaan de nodige flexibiliteit om hun vorming aan te passen. Op die manier voldoen ze aan de actuele eisen van de diverse beroepen. Daarenboven kunnen de kwaliteitsnormen en kwalificaties accurater afgesteld worden op de actualiteit en de omstandigheden. De creatie van een visueel herkenbaar kwaliteitslabel voor de sectoren, op basis van permanente evaluatie door de beroepsorganisaties, biedt de klant de mogelijkheid om de professionele (be)handelaars te onderscheiden.”
De afschaffing zal vanaf begin 2018 van kracht zijn.
Uitvaartpro.
De afschaffing van de vestigingswet voor de begrafenissector lokt vele negatieve reacties uit op sociale media.
Op onze Facebookpagina werd erg negatief gereageerd op het artikel dat de vestigingswet van voor ons van afgeschaft wordt vanaf 2018. Ook vanuit Nederland, het land dat al jaren met deze wetgeving moet leven. Een Europese regel waarmee niet zoveel begrafenisondernemers blij zijn.
Reacties zijn duidelijk: waarom werd dit niet tegengehouden?
Men stelt zich de vraag waarom dit niet is tegengehouden in overleg met de overheid. Door dit in Nederland toe te laten heeft men een massale toename van het aantal begrafenisondernemers zonder ervaring gezien. Het werd er zelfs aangemoedigd om begrafenisondernemer te worden vanuit bepaalde instanties.
Nu verwacht men ook in België een wildgroei van het aantal begrafenisondernemers zonder ervaring, zonder diploma. Wat kan dit als logisch gevolg hebben? Een ambacht die in de ogen van de consument minder kwalitatief gezien wordt? Een prijzenoorlog?
Faillissementen van zij die er niet in slagen en misschien toch investeringen gedaan hebben? Want het mes snijdt langs twee kanten. Niet enkel kan het zijn dat de consument hiervan de dupe wordt, ook zij die de stap zonder ervaring zetten, kunnen eronderdoor gaan. Dat is iets wat toch onderstreept moet worden, als we de reacties op onze social media mogen aantonen.
Men had evengoed een wetgeving kunnen opmaken waarbij andere Europeanen in België bepaalde beroepen niet zomaar mogen uitvoeren. Toch niet zonder diploma of ervaring in België. Enkel dan kan men kwaliteit leveren.
Zijn er überhaupt wel voordelen voor de consument?
Of deze regelgeving goed kan zijn voor de consument is de vraag. Men krijgt misschien goedkopere begrafenisondernemers die werken tegen lage prijzen maar dan absoluut geen kaas hebben gegeten van hoe het moet. Van hoe het gedaan moet worden. Want, dit is een detailsector. Je bent met mensen én overledenen bezig, met belangrijke scharniermomenten in een mensenleven. Onbegrijpelijk dat men hieraan zo weinig belang hecht. Indien dan geen kwaliteit geleverd wordt, is dit nefast voor de hele uitvaartsector. De ene maakt het voor de andere kapot.
Waarom heeft men een opleiding gevolgd, zo reageert men
Daarnaast zijn er ook reacties die gaan over de opleiding die men jaren heeft moeten volgen om toch maar als zelfstandige te kunnen starten. Al deze tijd en moeite is dan verloren geweest? Waarom moest men dit dan volgen? Aan de ene kant, je hebt de juiste opleiding gevolgd, aan de andere kant, praktijkervaring is toch een must, hoe je het draait of keert.
Gaat het zover komen als in Nederland?
De vraag is, en sommigen zijn ervan overtuigd, of het in ons land ook zo’n vaart zal lopen als in Nederland? Gaat de wildgroei aan begrafenisondernemers overwaaien? Nederland heeft het met de honderden zien groeien, honderden begrafenisondernemers. Onvoorstelbaar. Toch is het zo. Vanaf 2018.
Niet enkel in de begrafenissector kampt met deze problematiek. Ook andere sectoren kwamen deze week in media hun verhaal doen. Dit is nefast voor vele sectoren. Men komt op de proppen met keurmerken, maar of dat veel gaat helpen, is eveneens de vraag. Wie deelt deze keurmerken uit en zijn deze keurmerken overtuigend genoeg voor de consument?©Christophe Bruyneel
Politie mag zelf sloten openmaken :
Bron : De Standaard : 29/12/2018
De federale politie krijgt er een taak bij: bij een huiszoeking de deur zelf openmaken. Dat bericht Het Laatste Nieuws zaterdag.
‘Zo goed als dagelijks doet de federale politie in ons land een beroep op een slotenmaker’, zegt Sarah Frederickx van de persdienst van de federale politie. ‘Er is elke dag wel minstens één huiszoeking waar er een slotenmaker wordt opgevorderd om een deur te openen.’
Het probleem is dat veel slotenmakers niet zitten te wachten op die opdrachten. ‘Omdat het vaak ook heel lang duurt voor Justitie de factuur betaalt’, zegt Alain Bosny, bestuurslid van de Vlaamse Slotenmakers Unie (VSU).
Slotenmakers zijn in principe verplicht zijn om hun opdracht uit te voeren als het gerecht hen opvordert. Maar soms zeggen ze dan dat ze niet kunnen. ‘We kunnen dat ook niet altijd controleren, omdat er gewoonweg niet genoeg tijd is. Dan zoeken we iemand anders waar we vaak mee samenwerken’, zegt Frederickx.
Om in de toekomst geen kostbare tijd meer te verliezen, wil de federale politie in elk rechercheteam minstens één politieman of -vrouw in de politieschool laten opleiden tot slotenmaker. Vervolgens moeten zij enkele van hun collega’s opleiden.
Meer kappers in de steden: op korte tijd veel kapsalons bij gekomen.
In veel steden en gemeenten komen er meer en meer kapperszaken bij. De vestigingswet is begin dit jaar afgeschaft, zodat een kapper bijvoorbeeld niet langer met attesten moet bewijzen dat hij zijn job kent om een zaak te starten. "Het Journaal" ging kijken in het centrum van Sint-Niklaas waar u tegenwoordig op veel plaatsen terechtkunt voor een kapbeurt.
Teveel kappers in West-Vlaanderen.
In 1996 hadden we een probleem in West-Vlaanderen. Er waren te veel kappers volgens de jaarvergadering van de West-Vlaamse afdeling van het nationaal verbond der haarkappers.
Onze provincie telde toen meer dan 2.800 kappers en kapsters. Er waren in West-Vlaanderen zelfs meer kappers en kapsters dan in de provincie Antwerpen. De West-Vlaamse beroepsfederatie luidde dan ook de noodklok.
Het probleem is de dag van vandaag nog steeds niet opgelost, want in West-Vlaanderen tellen we nu 3.500 kappers. (12/12/2018
“Te veel kappers in Sint-Niklaas” - Kappersfenomeen in Wase hoofdstad zelfs besproken in gemeenteraad.
Krijgt Sint-Niklaas af te rekenen met een wildgroei aan kappers? In het stadscentrum lijkt het wel zo, met in sommige straten echt opvallend veel kapsalons. Het kappersfenomeen werd intussen zelfs in de gemeenteraad besproken. Unizo-voorzitter Glenn Nicque, zélf zaakvoerder van twee kapsalons in Sint-Niklaas, pleit voor meer controles. “Zolang er niet degelijk wordt gecontroleerd, is er sprake van zeer oneerlijke concurrentie. We merken dat veel kappers onder de prijs werken.”
Het is misschien niet altijd even opvallend voor Sint-Niklazenaren zelf, maar zeker bij inwijkelingen of bezoekers die het winkelaanbod in de stadskern graag eens aandachtig bekijken, hoor je die opmerking wel vaker: “Deze stad telt zovéél kappers!” Wie in Sint-Niklaas last heeft van een al te weelderige haardos, hoeft inderdaad niet lang te zoeken om een kapper te vinden. Het aanbod van kappers, barbiers, coiffeurs, hairstylisten tot zelfs ‘hair & wellness’-zaken is groot. In de stadskern gaat het om meer dan veertig kapperszaken. En alleen al in de Stationsstraat zijn er zes knipartiesten. Gaat de Sint-Niklazenaar gemiddeld veel frequenter op kappersbezoek dan in andere steden? Een grondige studie van het kappersfenomeen in de Wase hoofdstad is er nog niet gebeurd, maar het leverde alvast wél vragen op in de gemeenteraadscommissie Lokale Economie. Roland Pannecoucke (Vlaams Belang): “Er zijn veel te veel coiffeurs in Sint-Niklaas. In sommige straten zijn er wel drie of vier. Kan daar niks aan worden gedaan?”
Voor schepen voor Lokale Economie Carl Hanssens (N-VA) is het fenomeen ook niet onbekend. “Ik merk ook dat er zeker geen nood is aan nog méér kappers, integendeel. Er zijn inderdaad wel heel veel kappers in onze stad. Als we investeerders of ondernemers over de vloer krijgen, proberen we te sturen door gericht advies te geven. Als het om een nieuwe kapperszaak gaat, raden we dat af. De concurrentie is dan ook moordend. We proberen dat duidelijk te maken. Als stad hebben we er ook geen belang bij dat een zaak na drie maanden failliet gaat. We hebben ook startersbrochures en we bieden de nodige feedback. Maar als men niet luistert... Uiteindelijk reguleert zo’n situatie zichzelf ook wel, door het spel van vraag en aanbod.”
De Sint-Niklase Unizo-voorzitter Glenn Nicque, die met Oscar en Dirk De Witte Kappers in de Stationsstraat zelf twee kapperszaken uitbaat, is voorstander van meer controles. “Er zijn inderdaad heel veel kappers in Sint-Niklaas. Ik zie enkele oorzaken. Sinds de afschaffing van het vestigingsattest hoef je geen diploma meer voor te leggen om een kapperszaak te beginnen. Iedereen die een schaar kan vasthouden, kan nu een kapperszaak openen. Daarnaast zijn ook de huurprijzen van winkelpanden gekelderd, wat het een stuk makkelijker maakt om een zaak op te starten. En het meest frappant: we merken dat veel kappers onder de prijs werken. Als je niks in het zwart doet en alle wettelijke personeelsvoorschriften volgt, is het onmogelijk om voor 15 euro een man te knippen of voor 20 euro een vrouw. Als ik hoor dat sommige kappers voor 12 euro een man knippen, klopt er iets niet. Dat kán gewoonweg niet, als je het correct doet. Wij krijgen heel regelmatig controles. Ik stel echter vast dat bepaalde kapperszaken geen controles krijgen, want zij doen gewoon verder. De overheid kan dus zeker een rol spelen. Zolang er niet degelijk wordt gecontroleerd, is er sprake van zeer oneerlijke concurrentie.” Bron : Het laatste Nieuws (28/11/2018)
Gezin uit Menen voor tweede keer opgelicht door bouwaannemer: “35.000 euro kwijt. feb 2019.
Jong gezin ziet 6.000 euro ‘voorschot’ voor dakwerken in rook opgaan. nov 2018.
Garagist verdwijnt met 42 luxewagens, klanten blijven met lege handen achter.
Almaar meer mensen opgelicht door malafide slotenmakers.